Trauma en posttraumatische-stressstoornis (PTSS)


Als je een ingrijpende gebeurtenis hebt meegemaakt, kun je langdurige psychische klachten ontwikkelen. Deze klachten kunnen leiden tot een posttraumatische-stressstoornis (PTSS). Soms gaat het om een eenmalige traumatische gebeurtenis, zoals een overval, verkeersongeluk of een situatie waarin er sprake was van ongewenste seksuele handelingen. Soms gaat het om langdurige traumatisering, zoals gepest worden. Het kan ook zijn dat je deze klachten ontwikkelt, omdat je getuige bent geweest van een ingrijpende gebeurtenis of iemand hierover hebt horen vertellen. Kenmerken die passen bij PTSS zijn:

  • Terugkerende, pijnlijke herinneringen aan de gebeurtenis(sen)
  • Terugkerende onaangename dromen die samenhangen met de gebeurtenis(sen)
  • Flashbacks
  • Intense last wanneer een trigger je terug laat denken aan de gebeurtenis(sen)
  • Lichamelijke reacties op prikkels die doen denken aan/lijken op de gebeurtenis(sen)
  • Vermijden van situaties die te maken hebben met de gebeurtenis(sen)
  • Negatieve gedachten en overtuigingen, bijvoorbeeld ‘ik ben slecht’, ‘je kunt niemand vertrouwen’ of ‘de wereld is gevaarlijk’
  • Langdurige negatieve gemoedstoestand, bijvoorbeeld angst, afschuw, boosheid, schuldgevoelens en/of schaamte
  • Afgestompte gevoelens
  • Duidelijk verminderde belangstelling voor of deelname aan activiteiten
  • Verhoogde prikkelbaarheid
  • Overdreven schrikreacties
  • Concentratieproblemen
  • Verstoring van de slaap

Wanneer je/je kind een nare gebeurtenis hebt/heeft meegemaakt en (een aantal van) bovenstaande klachten herkent, kun je je (kind) aanmelden voor hulp. Meestal wordt in de behandeling van PTSS gebruik gemaakt van EMDR en/of cognitieve gedragstherapie.